Als school hebben wij extra formatie beschikbaar voor ondersteuning in de school.

Als wij desondanks niet kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoefte van een kind kunnen we de hulp inschakelen van het SamenWerkingsVerband De Eem.

Aan onze school is de on­derwijsondersteuner Jeske Brouwer verbonden. Zij kan gevraagd worden om mee te denken over de onderwijsbehoefte van een kind. De extra ondersteuning die kinderen nodig hebben, kan rechtstreeks door de samenwerkende scholen in SWV de Eem georganiseerd en betaald worden.

Het bieden van maatwerk begint in de eigen groep. We volgen de kinderen goed en dagen ze elke dag uit op hun eigen niveau. We willen dat elk kind elke dag leert. Als ouders kunt u ten alle tijde inzicht krijgen in de resultaten.

Als basis hechten we eraan dat het kind zich veilig voelt, een goede relatie heeft met de leerkracht en dat u als ouders zich ook fijn voelt op school. We leren kinderen te leren van feedback over het leerproces en zien graag dat zij zich stap voor stap ontwikkelen, onderzoekend en nieuwsgierig en met een steeds grotere mate van zelfstandigheid.

Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Op school stimuleren we de kinderen en dagen ze uit om steeds iets nieuws te ontdekken. Als de ontwikkeling wat minder vanzelfsprekend verloopt, bieden we ondersteuning. Ieder kind telt immers! Onze school is klassikaal georganiseerd. De kinderen van eenzelfde leeftijd zitten doorgaans in dezelfde groep. Er wordt rekening gehouden met goede en zwakke leerlingen. De intern begeleider maakt deel uit van de formatie van de school en zij ondersteunt de leerkrachten waar nodig. Nauwkeurig en regelmatig worden de vorderingen die kinderen maken in het onderwijsleerproces gevolgd en in leerlingvolgsysteem Parnassys en vastgelegd via de PDCA-cyclus.

Op onze school maken de leerkrachten jaarlijks voor iedere groep een overzicht van de stimulerende en de belemmerende behoeften van ieder kind (een groepsoverzicht). In het overzicht zetten we ook wat iedere leerling nodig heeft van de leerkracht, van de groep en van zijn ouders. Voor het maken van het groepsoverzicht maken we gebruik van de gegevens die we krijgen via het entreeformulier (als een kind op school komt), van het eerste gesprek met alle ouders en kinderen aan het begin van het schooljaar en van onze eigen observaties.

Het groepsoverzicht wordt drie keer per jaar doorgesproken met de intern begeleider tijdens de groepsbespreking. Het is geen statisch document, in de loop van het jaar veranderen er onderdelen bij individuele kinderen en die worden bijgesteld.

Vanaf groep 3 worden de vorderingen op het gebied van taal, lezen en rekenen enkele malen per jaar getoetst door middel van landelijk genormeerde toetsen, ontwikkeld door het CITO. We vergelijken de ontwikkeling van een kind met het landelijk gemiddelde.

Daarnaast maken de kinderen uit groep 3-8 regelmatig toetsen op bijna alle vakgebieden. Deze toetsen horen bij de methodes die wij voor de verschillende vakken gebruiken. De resultaten van bovengenoemde signalering worden, in ieder geval drie keer per jaar, besproken door de intern begeleider en de leerkrachten. In de bespreking kijken we vanuit de onderwijsbehoeftes naar de ondersteuningsbehoefte van de kinderen. Soms vormen de prestaties in de klas of de uitslagen van toetsen aanleiding om extra maatregelen te nemen. Dit kan vaak binnen de klas gebeuren door de groepsleerkrachten. Extra aandacht vragen ook kinderen die erg goed kunnen leren. Zij ontvangen meer uitdagende leerstof in de klas en/of buiten de klas. In een enkel geval kiezen we ervoor om samen met ouders het DHH (digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid) in te vullen, vervolgens wordt er gezamenlijk bekeken wat de beste aanpak voor dit kind is.

Af en toe komen we tot de conclusie, dat alle extra inzet onvoldoende effect heeft. Soms nemen we dan, altijd in overleg met de ouders, het besluit om het kind een groep een jaar over te laten doen. Doel van de doublure is, dat het kind daarna de basisschool gewoon kan afmaken. Het kan ook zijn, dat we de afspraak maken, dat een kind voor een bepaald vak met een eigen leerlijn gaat werken. Het haalt dan op dat gebied niet het eindniveau van de basisschool.

In een enkel geval is de problematiek van een kind dusdanig dat de school “handelingsverlegen” is. We kunnen dan als school, na een gesprek met de ouders, een beroep doen op de expertise van Samenwerkingsverband De Eem. Ouders, de onderwijsondersteuner van SWV De Eem, de leerkracht en de intern begeleider bespreken in een overleg de zorgen rondom het kind en zoeken gezamenlijk naar een aanpak. Dit kan variëren van verandering van een werkwijze in de klas voor dit kind, extra ondersteuning voor het kind in de klas of daarbuiten, of misschien aanvullend onderzoek. In een enkel geval verwijzen we een kind, altijd in overleg met de ouders, naar een andere vorm van onderwijs.